Zelfvertrouwen of zelfcompassie?

Leren vertrouwen op jezelf, ook als alles tegenzit. Kan dat? 


Met regelmaat tref ik mensen in de praktijk die graag hun zelfvertrouwen willen verbeteren en zich afvragen of dat mogelijk is los van de omstandigheden in hun leven. Want als alles tegen lijkt te zitten, hoe kan je dan nog voldoende op jezelf vertrouwen? Dan gaat het toch helemaal niet zo goed?! Een goede en terechte vraag. 

Zelfvertrouwen is namelijk ook afhankelijk van externe factoren. Je hebt ervoor nodig dat je jezelf vergelijkt met anderen. Dat maakt het meteen kwetsbaar. Je gaat je prestaties of je uiterlijk vergelijken met dat van de mensen om je heen. Wanneer je dan een goed gevoel van zelfwaarde hebt als je goed uit die vergelijking komt, wat heb je er nog aan wanneer je omstandigheden verslechteren? En wat te doen als je slecht uit de vergelijking komt? Dan kun je jezelf boven de ander plaatsen, je prestaties opblazen, jezelf mooier maken, je zwaktes verbergen of jezelf beschuldigen dat je niet beter kan. Maar dat zijn allemaal manieren die veel energie kosten en waarbij je veel hoog te houden hebt of juist verdwijnt in je eigen drama. Heel vermoeiend en weinig opbouwend. 

Zelfcompassie biedt je om die reden een meer stabiele basis dan zelfvertrouwen. Zelfcompassie gaat namelijk niet om vergelijking, het gaat om het accepteren van jezelf. Je kijkt naar jezelf zoals je naar je geliefden kijkt; vanuit een mild en ondersteunend gevoel. Je aanvaardt dat je niet de enige met problemen bent, dat iedereen zijn eigen worstelingen heeft. Je wilt het beste voor jezelf, vanuit goede zorg voor jezelf, niet om het beter te hebben of om meer te hebben dan een ander. Jouw behoeftes zijn even belangrijk als die van de mensen om je heen. Wanneer je het beste voor jezelf wilt, durf je nee te zeggen tegen dingen die je schaden. Hier kun je je tegen verzetten, dit geeft kracht. 

Het goede nieuws is dat je zelfcompassie kunt aanleren. Dit gaat over het leren vriendelijk zijn voor jezelf, het leren leven vanuit een gedeelde menselijkheid (we doen allemaal gewoon ons best) en het leren beoefenen van mindfulness. Oefening baart kunst. Het zorgt er niet voor dat je instant gelukkig bent of geen zorgen meer hebt. Je zult wel beter kunnen omgaan met negatieve gevoelens waardoor ze verminderen en er meer ruimte is voor positieve gevoelens. Je zult ervaren dat je meer verantwoordelijkheid neemt voor je eigen welbevinden en meer initiatief neemt. Op naar liefdevolle vriendelijkheid naar jezelf en daarmee naar anderen!


Meer lezen

Burn-out van het ouderschap?!

Burn-out van het ouderschap?! Het komt vaker voor dan je denkt.


Iedereen weet tegenwoordig wat een burn-out is. We hebben er allemaal een beeld bij, kennen mensen die hiermee geworsteld hebben en zijn wellicht wel eens bang dat het onszelf overkomt. Wanneer je in een burn-out terechtkomt, is er vaak sprake van meerdere gebieden waarin je teveel hebt moeten geven en te weinig voldoening hebt ervaren. In veel gevallen speelt werk een rol en is het dus voordehand liggend om tijdelijk niet te werken om te kunnen herstellen.

Wat nou als je een burn-out hebt die vooral ontstaan is vanuit je gevoel van belasting door je ouderschap? Sinds 2015 wordt hier onderzoek naar gedaan en is aangetoond dat ouders die eerder emotioneel stabiel en veerkrachtig waren, in een ‘parentale burn-out’ zich fysiek en emotioneel uitgeput voelen en geen voldoening en gevoel van efficiëntie in het ouderschap ervaren. Maar je kunt niet zoals met je baan, een periode stoppen met ouder zijn. Je moet door. 

Een burn-out in het ouderschap ontstaat niet zozeer door externe factoren, alhoewel deze wel een trigger kunnen zijn. Blijkbaar kunnen veerkrachtige ouders veel aan, ook als het leven tegenzit. De emotionele competenties van de ouder lijken veel belangrijker hierin. ‘Je emoties als vader of moeder niet goed begrijpen, ze niet kunnen uiten en niet in de hand kunnen houden, maakt je vatbaar voor een parentale burn-out. Hetzelfde geldt bijvoorbeeld als je met je eigen ouders een problematische relatie hebt gehad. Dat kan je zelfbeeld onderuithalen en kun je gaan twijfelen of je wel in staat bent om een goede vader of moeder te worden’. Daarnaast zijn zowel perfectionisme als de wens om een kind door dwang te beheersen risicofactoren. 

In onze individualistische maatschappij komt een parentale burn-out meer voor dan in landen met een cultuur die meer op gemeenschappelijkheid is gebaseerd. Wij hebben geleerd om naar onze eigen behoeften te luisteren en deze te vervullen. Deze kunnen botsen met de behoeften van onze kinderen. Ook zijn we niet geneigd om hulp te vragen, het siert ons als we het zelf kunnen, zo voelen we. Dan willen we onze kinderen ook nog opvoeden tot zelfbewuste individuen, tot assertieve volwassenen. Dat maakt opvoeden extra uitdagend, omdat we niet kunnen terugvallen op autoriteit. 

Een hoopvol gegeven is dat herstel mogelijk is. Men ontwikkelde een groepstherapie waarin werd gewerkt aan enerzijds de stressfactoren te beperken en anderzijds de steun te vergroten. Mocht je dus het gevoel hebben dat het ouderschap je teveel wordt, neem dit serieus. Zoek steun bij anderen, richt je leven zo efficiënt mogelijk in, verlaag de eisen, maak keuzes die rust geven en onderzoek wat je nodig hebt om je stress te verlagen. Kinderen hebben veel meer aan ouders met een rustig brein dan aan ouders die er krampachtig alles aan doen om ze een perfect leven te bieden. 

Lees hier het artikel over het onderzoek: https://bit.ly/3CsisJY

Meer erover lezen kan in dit boek van de onderzoekers: https://bit.ly/3S0LEgO


Meer lezen