
Een mijlpaal
Van ‘in de weer met gezinnen’ tot erkend systeemtherapeut. Een persoonlijke mijlpaal.
Met het afronden van mijn supervisiereeks, waarover ik in mijn laatste blog schreef, heb ik mijn opleidingstraject tot relatie- en gezinstherapeut afgerond. Dit heeft bestaan uit verschillende opleidingen, supervisies en leertherapie in de afgelopen acht jaar. En in vele jaren daarvoor bestond het als wens welke steeds lastig waar te maken bleek. Een terugblik voelt dan ook op zijn plaats.
Waar ik ooit begon met het werken met kinderen, was ik na mijn eerste stage al overtuigd van het belang van het werken met ouders. Daar moest het verschil gemaakt worden. Ik besloot om na mijn SPH opleiding ook maatschappelijk werk te gaan doen, om met ouders te kunnen gaan werken. Hier heb ik nooit spijt van gehad. Jarenlang heb ik in allerlei functies op verschillende plekken en met verschillende doelgroepen met ouders en hun kinderen gewerkt. Ik was dus altijd in de weer met gezinnen. Ik vind gezinnen fantastisch en fascinerend. Dat je bij elkaar hoort, hoe ingewikkeld het ook kan zijn en dat je bij elkaar blijft horen, wat je daar zelf ook van vindt.
Toen ik me verder wilde ontwikkelen binnen mijn vakgebied, bleek dat niet gemakkelijk zonder wetenschappelijke opleiding. Ik vond mijn weg; de opleiding tot systeemtherapeut kon ik doen met een HBO achtergrond. Op die manier kon ik me bezig blijven houden met waar mijn liefde voor het vak lag, bij het gezin, en kon ik me ontwikkelen.
De werkgever waar ik destijds werkte, investeerde hier echter niet meer in. Mijn collega die de opleiding gedaan had, was voor mij een steun en stimulans om deze weg in te slaan, maar ik moest verder kijken. De overstap van de jeugdzorg naar de jeugd GGZ leek de uitkomst. Daar werd wel geïnvesteerd in systeemtherapeuten en daar was men enthousiast over mijn wens. Ik ging de benodigde vooropleidingen doen en raakte nog meer enthousiast. Mijn werk deed ik met veel plezier en was al gericht op gezinsbehandelingen. Toen de economische crisis zijn intrede deed, droogden mijn kansen echter op. Na een bezuinigingsronde waarbij ik ook mijn baan verloor, leek mijn toekomstperspectief uit zicht.
Na twee jaar bij de kinderrevalidatie gewerkt te hebben en een nieuwe koers voor mijzelf te hebben uitgezet (een eigen praktijk, wat ook een uitstekend idee bleek te zijn!), kwam de kans alsnog. LUMC-Curium nam mij aan als systeemtherapeut in opleiding en ik kon aan de opleiding beginnen. Gestaag heb ik mij in de afgelopen jaren door de opleidingsonderdelen heen gewerkt. Met groot enthousiasme aanvankelijk en uiteindelijk ook blij dat het tot een afronding is gekomen. Maar trots op het doorlopen traject en op dat ik gekomen ben waar ik zoveel jaren geleden al van droomde.
In 2020 sloot ik me aan bij de NVRG als lid in opleiding. Destijds werd ik geïnterviewd als nieuw lid. Inmiddels dus ook officieel erkend als volledig lid. Hoera!
Harde feiten, zachte interpretaties
Zelf aan de slag met terugblikken op hoe je bent opgegroeid of met begeleiding? Beide is mogelijk met deze prachtige toolkit; ontdek hoe jouw leven je heeft gevormd en ga op zoek naar welke plek je dit wilt geven.
Zelf aan de slag! Dat is wat deze toolkit je biedt. Wanneer je stil wilt staan bij hoe je bent opgegroeid, hoe dat je gevormd heeft en hoe je verder wilt, dan kan je hier prima mee aan de slag. Bijzonder hoe mijn ondernemer-buurvrouw Amy Guijt dit zelf heeft ontwikkeld! Ze is nota bene geen hulpverlener, geen systeemtherapeut, maar een ontwerper. En tegelijkertijd heeft ze dit heel goed begrepen. Omdat ze zelf heeft ervaren dat je leven je vormt en dat het zinvol kan zijn om daarbij stil te staan zodat je bewuste keuzes kunt maken. Dat is precies het effect dat het heeft bij de cliënten aan wie ik het heb aangeboden. En omdat Amy ontwerper is, ziet het er allemaal prachtig uit. Zo aantrekkelijk, dat je er graag mee aan de slag gaat. Het biedt je de mogelijkheid om op een eenvoudige manier je genogram in kaart te brengen, je interactiepatronen en je levenslijn. En dat geeft je weer ruimte om verder te gaan.
Gezin in de wachtkamer
Een ingrijpend boek over en van een gezin dat zich staande probeert te houden in moeilijke tijden. Wat mij betreft een betoog om oog te hebben voor het gezin als geheel.
‘En ineens blijk je met je gezin in de wachtkamer te zitten’, schrijft Saskia in haar boek ‘Gezin in de wachtkamer’. Ik hoorde van het boek van iemand die zich erin herkende en mocht het lenen. Indrukwekkend en helaas zeer herkenbaar. Herkenbaar op twee manieren; de wirwar aan hulpverlening waar je als gezin in kunt belanden zonder altijd het gevoel te hebben goed geholpen te worden en hoe je soms in je eentje je gezin draaiende moet zien te houden wanneer je partner onderuitgaat. Saskia beschrijft dit proces liefdevol, met humor en schuwt niet te schrijven over haar boosheid, verdriet en machteloosheid. Dat maakt dat haar verhaal aangrijpt. Wat mij als gezinstherapeut het meest raakt, is haar verzoek om het gezin te erkennen. Wanneer iemand bij de GGZ gezien wordt, in acute toestand of later voor onderzoek of behandeling, laten we dan erkennen dat niemand alleen is. Waarschijnlijk is het iemands partner, iemands kind en wellicht iemands vader of moeder. En dus staat niet alleen het leven van deze persoon op zijn kop, maar ook dat van zijn of haar naasten. Het zou al veel uitmaken wanneer daar standaard aandacht voor is, dat dat het uitgangspunt is. Dat ernaar gevraagd wordt en er zorg wordt aangeboden, voor de relatie, voor het gezin, voor de kinderen. Wanneer er in een gezin iets ingrijpends gebeurt, dan heeft dat effect op het gezin en dus op alle gezinsleden.
‘Al help ik er maar één iemand mee…. Als er maar één hulpverlener is die erover na gaat denken.’ Dat is de hoop van Saskia met het schrijven van het boek. Haar motivatie om zich bloot te geven, om haar verhaal te delen. Ik weet inmiddels dat ze er al iemand mee heeft geholpen. En ze heeft mij als hulpverlener ook bereikt. Ik gun haar dat haar boek wordt gelezen door hulpverleners in de volwassen GGZ, zodat eenieder het belang van het gezin erkent. En ik gun haar dat haar boek gelezen wordt door beleidsmakers, zodat die zich beseffen dat we mensen tekortdoen door hulp te organiseren binnen nauwe kaders waar enkel individuen in passen. We zijn als mens veel meer dan een individu, we zijn onderdeel van een systeem en kunnen daar niet los van gezien worden!