
Een leven lang zorg en geluk
Deze podcast bracht me terug naar de tijd dat ik in het revalidatiecentrum werkte. Daar waar ik van alle werkplekken het meeste respect had voor de ouders. Die voortdurend streden voor het welzijn van hun kinderen en met regelmaat voor het leven van hun kinderen.
Deze podcast bracht me terug naar de tijd dat ik in het revalidatiecentrum werkte. Daar waar ik van alle werkplekken het meeste respect had voor de ouders. Die voortdurend streden voor het welzijn van hun kinderen en met regelmaat voor het leven van hun kinderen. Die leefden tussen hoop en vrees. Hun kinderen hadden nog onbekende syndromen, hadden veelvuldige problemen, zowel lichamelijk als geestelijk. De veerkracht die zij nodig hadden was onvoorstelbaar. En deze kinderen worden groot. Terwijl er voortdurend zorg nodig is en er voortdurend zorg over is. Ouders moeten dat levenslang zien te kunnen dragen, leven met de enorme aanslag die dit doet op hun belastbaarheid en tegelijkertijd vol liefde voor hun kind. ‘ Levend verlies’ noemen we dat ook wel; erkennen van het verlies over de handicap terwijl je veel van je kind houdt. We kunnen ons als ouders van gezonde kinderen niet voorstellen hoe het is om dit een leven lang met je mee te dragen. Om je enigszins een voorstelling hiervan te kunnen maken; luister naar de podcast en leef mee met de grote vreugde en het grote verdriet van deze ouders.
De podcast is via deze link te beluisteren: https://www.human.nl/de-publieke-tribune/luister/overzicht/2023/aflevering-83.html
Je bent jong en je...
Er blijken veel kinderen en jongeren te zijn die mantelzorger zijn. Het is goed dat hier meer aandacht voor komt, aangezien het een zware taak is die niet altijd gezien wordt door de omgeving.
Bij mantelzorg denken we vaak vooral aan volwassen mensen die voor ouderen zorgen. Dat is natuurlijk ook wat er veelal gebeurt. Ouderen worden op een bepaald moment hulpbehoevend en de omgeving springt bij om dat op te vangen. Die omgeving bestaat vaak uit hun kinderen, die dan van middelbare leeftijd zijn. Maar het kan ook anders. Er zijn ook veel jongeren die zorgen voor hun ouders. Helaas zijn er ook ouders, gewoon mensen van gemiddelde leeftijd, die ziek worden of zijn. Zij vragen geen hulp van hun kinderen, maar hun kinderen leven wel dagelijks met ze, wat automatisch met zich meebrengt dat er taken opgevangen worden. Deze kinderen en jongeren worden veelal minder gezien. Ze gaan namelijk gewoon naar school en zorgen vaak dat het goed met ze gaat, omdat hun ouders al genoeg zorgen hebben. Ze vallen niet zo op. Om te zorgen dat er meer oog komt voor deze jongeren, is er de week van de jonge mantelzorger. Deze mantelzorgers zorgen voor hun chronisch zieke ouder, voor hun psychisch zieke ouder, voor hun terminaal zieke ouder, voor hun zieke opa of oma of misschien wel voor een broertje of zusje met een ziekte of handicap. Het zal ze vast en zeker helpen wanneer ze gezien worden, in wie ze zijn, in wat ze doen en of ze dat voldoende kunnen dragen.
De mantelzorg voorbij
Mantelzorgers zijn vaak flink belast. Laten we oog voor hen hebben.
Morgen is het de dag van de mantelzorg. De term mantelzorg is sinds 1995 in gebruik en staat voor de warme mantel die om de schouders van een zorgbehoevende geliefde wordt gelegd. Een mooi gebaar. Er zijn situaties waarin naasten dit heel bewust en weloverwogen doen. Dan gaat het inderdaad om het leggen van een mantel om de ander. In veel situaties echter, gaat het leven zijn gang en ontstaat er op een bepaald moment, soms sluipenderwijs, een zorgbehoevende en een zorgende naaste of naasten. Dan is er geen sprake van een bewuste keus op een bepaald moment, maar van een situatie waar je steeds verder in verzeild raakt. Als het je meezit als zorgende naaste, kun je dit combineren met de andere taken in je leven. Dan knelt het soms, maar ervaar je tegelijkertijd een grote mate van betekenisgeving vanuit het zorgen voor de ander. De momenten dat mantelzorg gaat knellen, is op het moment dat de situatie langzamerhand zo belastend is geworden dat het niet meer te combineren valt met de andere taken in het leven en de last groter wordt dan de kracht van de betekenisgeving. Echter gaat het vaak om een zeer belangrijke ander waar je voor zorgt, waar je grote verbinding mee ervaart en waarbij er wellicht sprake is van wederzijdse afhankelijkheid. Waar is dan het moment dat mantelzorg over moet gaan in professionele zorg? Wie gaat dat aangeven? Wie wil, wie durft, wie ziet het?
Wanneer mantelzorgers uit een belastende en tegelijkertijd betekenisvolle periode komen en hun leven weer op de rit krijgen, de rust wat weerkeert, de overbelasting verdwijnt, kunnen er allerlei gevoelens gaan spelen. Gevoelens van verdriet om wat gebeurd is, om het moeten loslaten. Gevoelens van schuld, over het in de steek laten van de ander. Gevoelens van boosheid, over waarom dit hen is overkomen en dat men zich wellicht in de steek gelaten heeft gevoeld.
Laten we dus oog hebben voor de mantelzorger, zowel tijdens als na het leggen van de warme mantel.
Als niets vanzelf gaat met je kind
Ouders van zorgintensieve kinderen hebben een flinke klus te klaren; altijd klaarstaan voor je kind, voortdurend zorg om en voor je kind en daarbij ook nog oog houden voor je andere kinderen, je relatie en niet te vergeten zichzelf.
Afgelopen weekend las ik het boek ‘Ik kan er net niet bij’ van Sander Verheijen. Hij beschrijft het verhaal van zijn gezin in de afgelopen jaren. Het boek raakte me zeer, niet in de laatste plaats omdat ik Sander, Jip, Willem en Maurits ken vanuit het revalidatiecentrum. Nooit heb ik zoveel respect gehad voor ouders als hier, op de vroegbehandeling van het revalidatiecentrum. Met eigen ogen zag ik wat het met ouders doet wanneer het leven van hun kind, de basale gezondheid van hun kind of de toekomstmogelijkheden van hun kind op het spel staan. De wilskracht, de veerkracht, het uithoudingsvermogen, de moed en de flexibiliteit die ouders dan laten zien, is groter dan ze ook zelf voor mogelijk hadden gehouden. De roze of blauwe wolk die overwaait, de constante spanning, het steeds moeten vechten voor je kind, het ontzettende gedoe om alles ook nog praktisch geregeld te krijgen, de struggle om je werk te behouden, het aan niets anders toekomen dan het overeind houden van je gezin. Sander beschrijft het herkenbaar en toegankelijk. En hij neemt je mee in de andere kant, de kant van de liefde, die ervoor zorgt dat ouders altijd voor hun kinderen gaan en als een team samenwerken om hun gezin zo goed als mogelijk vorm te geven. En juist dat laatste maakt het boek zo fijn om te lezen. Eigenlijk gaat het over de liefde van ouders voor hun kinderen en over het plezier van bij elkaar zijn.
Voor een ieder die zelf een kind heeft waarbij niets vanzelf gaat maar vooral voor alle andere mensen die geen idee hebben van het leven van deze gezinnen, is het boek een aanrader.